Kok
Koker (Polak)
Kokernoot
Kokernoot (Blazer)
Kokernoot (van Emden)
Kolm
Kolthoff
Kome
Kome segal
Komez Kome
Komkommer
Komkommer (Tabakspinner-Levie) (Boekbinder)
Konen Cohen
Konen (Conen)
Konijn
Koning
Koning (Cohen)
Koningsberger
Koningsberger (Koning)
Koningswinter
Konstenaar (Kunstenaar)
Kooij
Kooker
Kool
Kool (Goudsmit)
Koon
Koon (Cohen)
Koopal
Kooperberg (Koperberg)
Koopman
Koopmans
Kop
Kopee
Kopenhagen kats mi Hamburg
Koperberg
Koperberg (Kooperberg)
Koperberg (Koperenberg)
Koppel
Koppelen
Koppels
(Koppels) Cohen
Koppenhagen (Coppenhagen)
Koppens
Koppens (Coppens)
Kopuit
Korb
Korijn
Kornalijnslijper
Korngold
Korper
Korper (Corper Kerpel)
Korper (Kerpel)
Korper (Kerpel Corper)
Kort (de Korte
Korte
Kosman